Repeat

Toegegeven, tijdens de hele commotie van tafeltje zoeken, handjes schudden en cadeautjes uitdelen, was het ook mij niet opgevallen. Nog steeds ben ik mijn onderbewustzijn dankbaar dat het er tijdelijk in slaagde Alcazar tot op de achtergrond te dringen. Even kon ik mijn volledige aandacht aan moeder schenken. Die was ten slotte jarig.

Heel even maar. Van zodra we klonken op nog vele jaren erbij viel mijn frank. Dat stille moment waarop iedereen van zijn drankje nipte, was genoeg om mijn amygdala in gang te zetten. Dit lied had ik toch juist ook gehoord?

 I saw you crying, I saw you crying at the discoteque…

Het voorgerecht arriveerde. Het duo van kaas- en garnaalkroket zag er zo smakelijk uit dat ik een andere blog nodig heb om het recht aan te doen. Maar op dat moment ging mijn psychologische marteling onverbiddelijk door.

I want to get down, you spin me around, I’m on the borderline…

Ik keek bedenkelijk naar mijn zus tegenover mij en wees naar mijn oor.
‘Hoor jij dat ook?’
‘Wat?’
Niet dus. De gelukzakken hadden niets door. Misschien is het gewoon een korte afspeellijst, dacht ik, of een ‘Best of’ van Alcazar? Die liedjes leken toch allemaal op elkaar. Ik probeerde me terug in het gesprek te voegen en verbrandde mijn tong aan de kaaskroket.

Toen de mosselen voor onze zes neuzen stonden en wij ze gulzig van hun schelpjes ontdeden, hield ik mijn oren gespitst tot Alcazar zijn laatste noot speelde. En vooral: voor het begin van het volgende lied.
‘Zie je wel!’ schreeuwde ik uit toen de beginmelodie opnieuw mijn hersenen binnendrong.
‘Er staat maar één liedje op!’
Mijn schoonbroer knikte terwijl hij een friet in zijn mond stak.
‘Had ik ook al gehoord,’ zei hij achteloos.
Mijn familieleden keken naar boven en luisterden. Moeder haalde haar schouders op. En terwijl iedereen doorging met keuvelen, rolde ik van de ontkenningsfase in de tweede: protest en boosheid.

Kon het niemand dan wat schelen? Ik was mijn toerekeningsvatbaarheid hier aan het verliezen terwijl het hele restaurant doorging alsof de radio gewoon opstond. Lag het aan mij? Verbouwereerd keek ik in het rond.

De muziekinstallatie bevond zich rechts aan de toog achter mij. Vier kelners waren druk in de weer glazen te spoelen, klanten te ontvangen en bestellingen door te geven. Niemand hield zich met de muziek bezig. Noch personeel noch de klanten hadden er erg in. Ik beet zowat een mosselschelp stuk.

The speakers blasting clear and loud…

Nadat ik voor de zoveelste keer met de tie van Richard Gere werd geconfronteerd gooide ik mijn servet op tafel. De stoel kraakte toen ik hem naar achter duwde.
Terwijl mijn familie alvast gezellig in de fase van aanvaarding zat te dineren, stond ik op en sprak de eerste, de beste kelner aan.

Downtown’s been caught by a hysteria…

‘Is dit het favoriete nummer van je baas of ben ik in een psychologische proef beland waarbij mijn verdraagzaamheid in publieke ruimte getest wordt?’
‘Pardon?’ vroeg de jongeman.
Oeps, dacht ik. Rustig blijven.
‘De muziek,’ zei ik op een vriendelijkere toon en probeerde met een dwaas gebaar in de lucht mijn klacht bij te staan.
‘Oh ja,’ hij perste zijn lippen op elkaar. ‘We weten niet hoe we dat kunnen afzetten.’

Ik schoot in de lach. Op twee seconden had ik de repeat-functie uitgezet. Nog nooit was ik zo blij geweest, al zat ik wel de hele nacht met het lied in mijn hoofd.

Een gedachte over “Repeat

Plaats een reactie