Franklin

Mijn rammelfiets zwoegt even hard als ik.

Net zoals mijn botten, hoor ik het voorwiel kraken. De lucht verlaat de achterband. Zo ook mijn longen. Elke tand bijt zich vast in de verroeste ketting. En de mijne staan tegen elkaar geklemd.

Een omaatje met ontploft permanent fietst me moeiteloos voorbij. De nationale vlag probeert zich als een ontembaar circusdier los te rukken.

Ik. Ben. Er. Bij…

‘Na!’ Schreeuw ik op het einde van de straat. Al ben ik nog maar net vertrokken.

Plaats een reactie