St Paddy’s

Nu weent ze eindelijk. Als een hondje voor de supermarkt. Ik hoop dat ze jammert over de woorden die ze net over de verpleegsters heen kotste. Ik weet niet of ze racistisch is of gewoon nog onder narcose, maar het zegt wel wat over een mens. Walgelijke bitch. Ik begin als haar te klinken.

Ongeveer vierentwintig uur geleden is mijn vakantie in Dublin abrupt onderbroken door een stekende pijn in mijn rug. Brakend en kronkelend over het tapijt van mijn schoonouders wachtte ik op een ambulance. Spoedoperatie. Het gaat beter nu.

Ik lig op een kamer van zes. Hoewel ik mij als dertiger al oud voel, ben ik hier veruit de jongste. Zes vrouwen met noden, pijnen en verhalen. Zes vrouwen met families aan de andere kant van de lijn die de kamergenoten hun tanden doen knarsen van de zoveelste lawaaierige oproep. Ik heb mij er ook al een aantal keer schuldig aan gemaakt. Maar we blijven vriendelijk, delen lieve woorden en ruilen desserts. Een pudding voor een appel?

De veertiger met de appel mocht naar huis. Ze wenste iedereen veel succes en werd vervangen door een zeventiger met een vuile, rascistische mond.

‘You’re all filthy black cunts,’ schreeuwde ze meermaals tegen de verpleegsters.

‘I don’t mind punching you in the face, ma’am, ‘cause that will give them a reason to discharge me.’

Nu weent ze. Eindelijk

Plaats een reactie